Specialismen
André van Oosten is gespecialiseerd in de volgende rechtsgebieden:
Verder is hij thuis in het beslag- & executierecht.
Actualiteiten & updates:
- De stelplicht, en voor zover nodig de bewijslast, van de stelling dat aan de bestuurder van een besloten vennootschap persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt ('bestuurdersaansprakelijkheid'), rust op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op de schuldeiser. Daarbij geldt wel dat van de bestuurder mag worden verwacht dat hij bij een serieus te nemen verwijt zodanig inzicht geeft in de gebeurtenissen binnen de vennootschap - de onderneming - dat dit de schuldeiser genoeg handvatten biedt om haar stellingen te onderbouwen. Rb. Midden-Nederland, publicatiedatum 31 januari 2025
- De centrale vraag is of kopers een beroep toekomt op de bedenktermijn uit de koopovereenkomst: zijn zij 'natuurlijke personen die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf' oftewel zijn het consumentkopers? Al hun plannen hebben steeds in het teken gestaan van het financieren van de aankoop van de onroerende zaak opdat zij er ter plekke konden gaan wonen. Daarom zijn ze consumentkopers met recht op de bedenktermijn, waarvan gebruik is gemaakt. Hof Amsterdam, publicatiedatum 2 januari 2025
- "Mensen hebben de neiging een verhaal compleet te maken door gebeurtenissen of indrukken aan onvolledige herinneringen toe te voegen en die vervolgens voor waar aan te nemen. Bovendien kunnen herinneringen worden veranderd, elke keer dat ze uit het geheugen worden opgehaald. Deze aanvullingen op en wijzigingen van herinneringen kunnen 'vals' zijn, bijvoorbeeld door wat 'collaborative storytelling' wordt genoemd." Risico van beïnvloeding getuigen is hier reëel. Hof Amsterdam publicatiedatum 14 november 2024
- Een rechtshandeling die strekt tot benadeling van schuldeisers kan nietig zijn wegens strijd met goede zeden. Deze nietigheid vindt dan haar grond in de onzedelijke strekking en – anders dan bij de actio pauliana – niet in de nadelige gevolgen voor anderen. In deze zaak is de overeenkomst tot eigendomsoverdracht van onroerend goed enkel gelegen in het oogmerk om een derde te benadelen. Nietige overeenkomst; inschrijving in Kadaster moet doorgehaald. Rechtbank Limburg, publicatiedatum 29 oktober 2024
- Voordat bewind over goederen rechthebbende werd ingesteld, had hij een horecagelegenheid gekocht en € 19.500 naar verkopers overgemaakt in verband met koop appartement. Vernietiging door bewindvoerder vanwege geestelijke stoornis: overeenkomst "voorzienbaar nadelig'. Rechtbank Gelderland, publicatiedatum 9 juli 2024
- Man had bij aangaan borgstellingsovereenkomst aan zijn wederpartij medegedeeld dat zijn echtgenote daarmee instemde. De borgstelling is later door haar vernietigd. Geen sprake van onrechtmatige daad man; zijn erfgenamen zijn daarom niet aansprakelijk. Hof Amsterdam, publicatiedatum 25 juni 2024
- Met het opnemen van het tussentijdse opzegbeding in de vaststellingsovereenkomst, is voldaan aan de in artikel 7:667 lid 3 BW neergelegde voorwaarde dat het recht op tussentijdse opzegging voor beide partijen schriftelijk moet zijn overeengekomen. Dit volstaat daarom ook voor een ww-aanvraag. Centrale Raad van Beroep, publicatiedatum 6 mei 2024
- Het ontslag op staande voet is erop gebaseerd dat werkneemster zich ziek heeft gemeld terwijl zij niet ziek is en dus heeft gelogen over haar arbeidsongeschiktheid, dan wel heeft gelogen over haar mogelijkheden tot werken en/of re-integratie. Volgens werkgever volgt dat uit rapportage van het bedrijfsrecherchebureau. Medisch oordeel is echter aan (bedrijfs)arts voorbehouden. Ontslag op staande voet houdt ook in hoger beroep geen stand. Hof Den Haag, publicatiedatum 16 april 2024
- Het vonnis van de kantonrechter is gewezen op de voet van artikel 96 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Vastgesteld werd immers dat het beloop van de vordering de competentiegrens voor kantonzaken te boven gaat, maar dat beide partijen wilden dat de kantonrechter toch een beslissing nam. Appellant is daarom niet-ontvankelijk in hoger beroep, omdat het recht van hoger beroep niet uitdrukkelijk is voorbehouden. Gerechtshof Amsterdam, publicatiedatum 14 maart 2024 (na arrestwijzing door Hoge Raad)